Jury
Dit zijn de leden van de jury van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaart Fonds:
-
Voorzitter Ruud Hirdes – Lees het interview met Ruud Hirdes
-
Plv. Vrz. Johanneke ter Hennepe – NLR
-
Elise Bavelaar – TU Delft
-
André Kuipers o.a. Techniekpact
-
Lt-kolonel Marcel de Pee – Koninklijke Luchtmacht
-
Ronald Schnitker – Schnitker Law Practise
-
Bastiaan Bom - Spherical Systems
-
Chris Verhoeven – TU-Delft
-
Denise Eikelenboom – NLR
-
Mathijn Korf – CvBlo
-
Annemarie Schuite - Onderzoeksraad voor Veiligheid
Alle juryleden van het NLF zijn via hun werk verbonden met de lucht- en ruimtevaartsector. Vanuit die expertise bepalen ze welke projecten of afstudeeropdrachten in aanmerking komen voor een van de jaarlijkse prijzen. Juryvoorzitter Ruud Hirdes biedt in het dagelijks leven als luchtvaartspecialist hands-on consultancy aan civiele en militaire opdrachtgevers en aan overheden (waaronder de Europese Commissie), zowel in binnen- als buitenland.
Sinds 2020 is Ruud voorzitter van de jury. Zoals alle juryleden werd hij voor deze rol gevraagd. Waarom hij ‘ja’ heeft gezegd? Ruud: “Het NLF krijgt elk jaar via onderwijsinstellingen inzendingen van studenten die met hun project of afstudeeropdracht een bijzondere bijdrage leveren aan de lucht- en ruimtevaart in Nederland. Het is belangrijk om deze jongeren voor het voetlicht te brengen en de beste prestaties te belonen met een prijs. Op die manier kunnen we hen aanmoedigen en enthousiast maken voor een loopbaan in de sector.”
Samen beoordelen
Voordat inzendingen naar de jury gaan vindt eerst een voorselectie plaats. Projecten en afstudeeropdrachten die er in deze ronde uitspringen maken kans op een prijs. De jurering gebeurt op basis van twee criteria, legt Ruud uit: “Het eerste gaat over de vraag hoe uitzonderlijk een inzending is en het tweede over wat het werk kan betekenen voor de toekomst van de sector.” Ieder jurylid geeft eerst individueel cijfers voor een werk. Daarna worden de uitkomsten naast elkaar gelegd om te kijken waar er verschillen zijn. “Die verschillen bespreken we dan”, aldus Ruud. “Soms kan een jurylid vanuit zijn of haar eigen vakgebied het beste beoordelen waarom een bepaalde inzending meer dan andere kansrijk is voor de sector. Overigens zijn we het meestal vrij snel eens.”
De sector versterken
Op basis van zijn internationale ervaring ziet Ruud dat Nederland veel kennis voortbrengt op het gebied van lucht- en ruimtevaart: “Om dat zo te houden heeft de sector mensen nodig die toekomstgericht en competitief denken. De NLF-prijzen onderstrepen het belang van goede opleidingen. Bij de jaarlijkse prijsuitreiking gaan bedrijven dan ook graag het gesprek aan met de winnaars.” Op Europees niveau deed Ruud evaluaties van grote internationale projecten. Nederland speelt op dat niveau nog wel een rol, meent hij. “Ons land heeft een aantal vooraanstaande kennisinstellingen en bedrijven, maar ik zie ook dat andere landen ons aan het inhalen zijn. Om dat tij te keren moeten we de basis van onderaf versterken met jongeren die een fundament leggen voor de toekomst. Daar draagt het NLF aan bij.”
​
Topstudenten gezocht
Bij het leggen van dat fundament is speciale aandacht nodig voor het mbo-onderwijs, vindt Ruud. “De luchtvaartsector is een complexe wereld. De mensen die er werken hebben niet altijd in de gaten wat zij betekenen voor het grotere geheel. Natuurlijk zijn zowel piloten als ingenieurs nodig. Maar er is ook grote behoefte aan monteurs, servicemedewerkers aan de balie, planners en vrachtafhandelaars. En aan instrumentmakers, met name voor de ruimtevaart. Veel van deze functies komen voort uit het mbo en als we daar niet voldoende goede mensen voor vinden, heeft de hele sector er last van.” Dat het NLF zich inzet voor de ontwikkeling van de lucht- en ruimtevaart is volgens hem hard nodig, omdat de sector veel kritiek krijgt, onder andere vanwege milieuvervuiling. “Juist jongeren met hun denkkracht en creativiteit kunnen bijdragen aan het vergroenen van de industrie. Denk bijvoorbeeld aan zuiniger omgaan met of hergebruik van materialen. Verduurzamen is daarom ook een criterium in de jurybeoordeling.”
Geloof in eigen kunnen
Over het antwoord op de vraag wat hem motiveert als juryvoorzitter hoeft Ruud niet lang na te denken: “Ik ben elk jaar blij verrast door de bijzondere projecten die studenten inzenden. Het raakt me hoeveel ze met vaak minimale middelen voor elkaar weten te krijgen. En ook de gedrevenheid waarmee ze hun werk presenteren. Ze geloven in wat ze doen en in de impact daarvan. Sommigen hebben bijvoorbeeld een raket gebouwd en die ook gelanceerd – dan zie je de blijdschap dat het is gelukt. Ik betwijfel of ik zoiets had gekund op hun leeftijd.”
Lees meer over de criteria waarop de jury inzendingen beoordeelt.